Om het urineverlies tegen te gaan, moet het verzwakte stuk in de bekkenbodemspier verstevigd worden. Meestal gebeurt dat door het plaatsen van een synthetisch bandje. 

Wat is het? 

De T.O.T. wordt geplaatst onder de plasbuis, waar het blijft zitten en vergroeit met de omringende weefsels. Op die manier vormt het een nieuwe ondersteuning aan het plaskanaal, waardoor het urineverlies zal verdwijnen. 

De operatie

Het bandje wordt geplaatst via een kleine incisie aan de binnenzijde van de vagina en een zeer kleine incisie in de binnenzijde van het bovenbeen. Tijdens de ingreep wordt ook een blaassonde geplaatst, die later weer verwijderd wordt. Na het verwijderen, controleren we altijd of de blaas goed genoeg leeggeplast kan worden. Dat is één van de bepalende factoren voor het ontslag van de patiënt. 

De ingreep gebeurt meestal in hospitalisatieverband. Of er gekozen wordt voor algemene of epidurale anesthesie hangt af van de wens van de patiënt. 

Wat zijn de gevolgen van de ingreep?

Sinds 1995 is dit de standaardingreep bij vrouwen met stressincontinentie. Het succespercentage is hoog, maar zoals bij elke procedure kunnen er zich bepaalde complicaties voordoen. 

Tijdens de operatie

Perforatie van de blaas of plasbuis kan gebeuren en is meestal onschuldig als het tijdig wordt gezien. Het vereist wel dat de blaaskatheter enkele dagen langer blijft zitten om de perforatie ondertussen te laten genezen.

Bij het plaatsen van het bandje of ook wel de sling genoemd, kan er een darmperforatie, bloedvatletsel of zenuwschade optreden. De frequentie hiervan is minder dan 1 %.

Elke interventie, hoe klein ook, houdt risico’s in die onvoorspelbaar en uitzonderlijk zijn, maar daarom niet minder ernstig, zoals: 

  • Een hartaanval;
  • Diepe veneuze trombose;
  • Longembolie;
  • Anafylactische shock. 

Na de operatie

Urineweginfectie 

Kort na de ingreep kan er een infectie van de urinewegen optreden. Met een antibioticakuur van een paar dagen is dit normaal gezien goed te behandelen. Het bandje zelf wordt goed verdragen door ons lichaam, dus de kans op een infectie hier is zeer klein.

Plaspatroon verandert

Het kan zijn dat je moeilijker plast, met een minder goede straal. Soms is het nodig om de sonde wat langer te laten zitten, het bandje wat losser te maken of zelfsondage aan te leren. 
Als dat het geval is, zal je enkele dagen langer in het ziekenhuis verblijven dan gepland.

Het kan ook zijn dat je vaker en dringender moet plassen, maar meestal verdwijnt dit na enkele dagen tot weken vanzelf.
Gaat het niet over? Dan starten we met medicatie. In een zeldzaam geval moeten we om deze reden het bandje doornemen.

Pijn

Pijn is de eerste dagen normaal, zeker ter hoogte van de bovenbenen. Meestal zijn gewone pijnstillers zoals ontstekingsremmers of dafalgan gedurende enkele dagen voldoende.

Wondheling

De wondjes aan de binnenzijde van het bovenbeen genezen meestal binnen de tien dagen. Genezing van de vagina duurt iets langer, vandaar ook het verbod op seksuele betrekkingen de eerste 3 weken. Soms is het bandje na enige tijd voelbaar vaginaal, dan spreken we van erosie. Dit kan een ingreep die het bandje weer bedekt, noodzakelijk maken.

Opvolging

Er is altijd een controle gepland binnen de 3 weken na ontslag. Dan zal zeker gecontroleerd worden of de vagina mooi is geheeld, of de patiënt de blaas goed kunt leegplassen en bespreken we of er nog andere problemen zijn.