Vanaf 40 jaar begint de prostaat te zwellen. Dat is meestal goedaardig, maar kan wel impact hebben en leiden tot moeilijk wateren. Als een medicamenteuze behandeling niet helpt, is een ingreep aangewezen. 

Prostaatoperatie

Meer over het verloop & de nazorg

Welke behandeling is hiervoor mogelijk?

Wanneer de prostaatvergroting een ingreep vereist, zijn er meerdere mogelijkheden. Afhankelijk van de resultaten van de onderzoeken, zal de prostaat verwijderd worden via één van volgende behandelingsmogelijkheden: 

  • Transvesicale prostatectomie: Door een operatie waarbij een kleine insnede in de onderbuik wordt gemaakt. 
  • TUR (trans-urethrale-resectie): de prostaat wordt weggebrand via de plasbuis (de zogenaamde boring).
  • Lasertherapie: prostaat wordt verschrompeld via laserstraal.

De ingreep gebeurt ofwel onder volledige verdoving ofwel onder plaatselijke verdoving. Bij een plaatselijke verdoving wordt het onderlichaam via een prik in de rug ongevoelig gemaakt, een zogenaamde rachiverdoving.

Transvesicale prostatectomie

Via een kleine incisie op de onderbuik maken we een opening in de blaas, waarna het prostaatweefsel dat in de weg zit van binnen wordt uitgepeld. Hierna wordt de blaas weer gesloten. 

Na deze ingreep worden een sonde en een kleine wonddrain geplaatst. De drain zal na een dag of twee worden verwijderd, de sonde blijft meestal twee dagen langer zitten. 

Voor de patiënt het ziekenhuis mag verlaten, wordt nog zeker één dag gemonitord hoe het gaat met plassen. Zware inspanning of persen voor stoelgang worden sterk afgeraden. Een drietal weken na de ingreep wordt de patiënt op consultatie verwacht. 

Visualisatie TURP ingreep

TURP (boring)

Onder algemene, maar meestal locoregionale anesthesie (een ruggenprik) wordt via de plasbuis het binnenste van de prostaat weggenomen. Met een klein lusje worden schilfertjes prostaat als het ware afgepeld.

Na de ingreep wordt een sonde geplaatst die een dag of twee blijft zitten om het bloeden te stelpen. Eens de sonde is verwijderd, wordt nog een dag gemonitord hoe vlot het gaat om te plassen vooraleer de patiënt het ziekenhuis mag verlaten. Dat is nodig omdat er binnenin een wonde is die nog wat kan bloeden of waar nog een klontertje af kan vallen. 

De eerste dagen na de operatie kan er nog wat bloed in de urine zitten. Zware inspanningen of persen om stoelgang worden sterk afgeraden. Na een drietal weken is er een nieuwe consultatie voor een plastest of uroflowmetrie. 

Prostaat laserchirurgie

Bij een behandeling met laserchirurgie wordt de prostaat ter plaatse behandeld. Het weefsel wordt dan verschroeid via een laserstraal

  • Gering bloedverlies. Aangezien de laserwarmte het prostaatweefsel ter plekke verschroeit, bestaat een duidelijk verminderd risico op nabloeding. Daardoor is een laserbehandeling een goede keuze voor mannen die bloedverdunnende medicatie gebruiken die noodzakelijk is voor hart-of bloedvaatziekten. 
  • Kortere hospitalisatie. Bij laserchirurgie kan in de meeste gevallen een 24-uurs hospitalisatie worden gehanteerd, wat duidelijk korter is dan bij de traditionele behandelingswijzen.
  • Verminderde nood tot sondage (blaaskatheter). In de meeste gevallen kan de spoelkatheter reeds na 24 uur worden verwijderd.
  • In uitzonderlijke gevallen kan de patiënt zelfs met een verblijfssonde en een beenzakje worden ontslagen.

Na de ingreep

Na de operatie wordt er altijd een sonde via de plasbuis in de blaas gebracht. Deze dient om de blaas te spoelen met water en om bloedingen tegen te gaan. Dat betekent dat de patiënt tijdelijk niet spontaan kan plassen. De urine loopt af via de sonde. Meestal wordt de sonde wel de volgende dag al verwijderd. 

In de eerste dagen na de ingreep: 

  • is er een prikkelend gevoel bij het plassen.
  • moet men meerdere keren plassen (ook kleinere hoeveelheden).
  • moet men snel zijn om naar het toilet te gaan. Men kan anders enkele druppels verliezen.

Deze problemen verdwijnen meestal na enkele dagen. Problemen na het ontslag, kunnen altijd eerst met de huisarts besproken worden. De eerstvolgende consultatie bij de uroloog is pas na drie tot vier weken. 

Nazorg 

De eerste vier weken na de ingreep, moet de patiënt 1 liter water extra drinken per dag.

Bovendien mag je: 

  • geen zware inspanningen doen. 
  • geen alcohol drinken.
  • geen geslachtsbetrekkingen hebben.
  • niet fietsen.
  • niet persen als je stoelgang maakt. Probeer ervoor te zorgen dat de stoelgang zacht is, door bijvoorbeeld sinaasappel, speculoos of peperkoek te eten.

Vermijd deze zaken om geen nabloedingen te hebben

Gedurende enkele weken kan de urine nog bloederig zijn, dit gaat vanzelf over.

Bijwerking

Bij een aantal mannen zal het sperma bij de zaadlozing niet tevoorschijn komen. Dit sperma loopt dan in feite naar de blaas. Het sperma komt dan naar buiten als u nadien gaat plassen. Het is belangrijk om te weten dat er verder niets verandert aan het geslachtsleven. Impotentie na de ingreep is zeldzaam.