Wanneer er een vernauwing in de plasbuis aanwezig is, zal de chirurg na onderzoek en in overleg met de patiënt beslissen om een sachse uit te voeren. Bij een sachse plasbuisoperatie zal de chirurg de vernauwing insnijden om de plasbuis weer volledig open te stellen. 

Sachse plasbuisoperatie

Download de informatiefolder van het Sint-Andries Ziekenhuis

Voor de operatie

Op doktersadvies moet u soms een aantal preoperatieve onderzoeken ondergaan, zoals een bloedafname of EKG. Wanneer wordt beslist dat je een operatie nodig hebt, zal de arts duidelijk uitleggen welke onderzoeken dienen te gebeuren. De meeste van deze onderzoeken kunnen via de huisarts gebeuren in aanloop naar de operatie. 

Verder is er geen speciale voorbereiding nodig. Bepaalde bloedverdunnende medicatie zal wel vooraf gestopt moeten worden. 

Dag van de operatie

  • Omdat je verdoofd wordt, moet je nuchter zijn. Dat wil zeggen dat je niets meer mag eten of drinken vanaf middernacht vóór de ingreep.
  • Je meldt je aan bij de opnamedienst van het ziekenhuis. Van daar zal je begeleid worden naar het chirurgisch dagziekenhuis.
  • Je naam en geboortedatum worden hier gecontroleerd, waarna je een identificatiebandje krijgt. Dat moet je altijd dragen tot je naar huis gaat. 
  • Voor het vertrek naar de operatiekamer zal je je kledij moeten inwisselen voor een operatiehemd

Verloop van de ingreep

Voor een plasbuisoperatie wordt de patiënt verdoofd. Dat kan een volledige of gedeeltelijke verdoving zijn. Die keuze gebeurt in overleg met de arts en de anesthesist. 

Tijdens de operatie brengt de uroloog een dunne, holle buis aan in de plasbuis. Met behulp van een mesje wordt de vernauwing ingesneden. 
Daarna brengt de chirurg een blaaskatheter in om het wondgebied rust te geven en bloedingen tegen te gaan. 

Voor de ingreep zal je ongeveer twee tot drie uur van de afdeling weg zijn. De duur van de operatie is wisselend, maar je brengt altij dnog wat tijd door op de ontwaakruimte. Wanneer de verdoving voldoende is uitgewerkt, keer je terug naar de afdeling waar je een kamer krijgt toegewezen. 

Nazorg en ontslag

Op de kamer krijg je een infuus waarlangs pijnstillende medicatie kan worden toegediend. De verpleegkundigen voorzien je ook van enkele pijnstillers om mee naar huis te nemen, voor één dag. Daarna neem je als pijnstiller een paracetamol (bijvoorbeeld Perdolan®, Panadol®, Dafalgan®).

Als je de eerste keer na je operatie wil rechtstaan, verwittig dan zeker een verpleegkundige. 
Drinken mag al een paar uur na de ingreep. Als avondmaal raden we een lichte maaltijd aan. 

De dag van de ingreep ga je met de sonde naar huis. Deze zit vast met een ballonnetje in de blaas en kan er niet uitvallen. Met een speciale klem op de sonde kan je je blaas laten leeglopen. De verpleegkundige zal
je ook aanleren hoe je dat het beste doet. Wanneer de kleur van de urine in orde is, mag de sonde twee dagen na de operatie verwijderd worden door een verpleegkundige.
Het is dus belangrijk dat je thuis goed drinkt (met uitzondering van alcohol) om de urine helder te houden. Je hoeft je geen zorgen te maken als de urine eens helder en dan weer een beetje bloederig wordt.

Om de wonde rustig te laten genezen, mag je de eerste week niet fietsen en geen zware last tillen.

Bij ontslag krijg je een afspraak voor controle en een ontslagbrief voor de huisarts mee. Omdat je verdoofd was tijdens de ingreep, mag je niet zelf naar huis rijden
Thusmedicatie mag je na de opertie verder nemen, met grote uitzondering van sommige bloedverdunners. Die mag je pas opnieuw opstarten na advies van je arts. 

Je neemt contact op met de huisarts, behandelende arts of je komt naar spoed in geval van:

  • Hevige pijn, ondanks de pijnstilling
  • Bloedklonters in de urine
  • De blaas niet meer kunnen laten leeglopen
  • Een temperatuur boven de 38,5°